1. Kostenplaatsen aanmaken
Via Beheer navigeren naar Begrotingscomponent.
Klik bovenaan, in de menubalk, op Beheer. Klik vervolgens, onder het kopje Begrotingscomponent, op Kostenplaatsen.
U kunt hier de kostenplaatsen van uw organisatie toevoegen of de een bestaande kostenplaats bewerken. Van iedere kostenplaats ziet u de code, omschrijving en of de kostenplaats actief is of niet. Aan de rechterkant zijn kolommen om kostenplaatsen te wijzigen of verwijderen. U kunt een kostenplaats niet meer verwijderen wanneer de kostenplaats al gebruikt wordt in studies, de verwijder knop is dan grijs. Vink bij het wijzigen van een kostenplaats het vakje Actief uit, wanneer u de kostenplaats niet langer wilt gebruiken. Links onderaan staat de knop om een nieuwe kostenplaats toe te voegen.
Instellingen per kostenplaats
Klik op Toevoegen kostenplaats, onderstaand scherm verschijnt. Hier vult u de code in die u aan de kostenplaats wilt koppelen, gevolgd door de omschrijving. Ook vinkt u aan of de kostenplaats actief en beschikbaar is om te selecteren of niet. Klik op Opslaan & nieuw om de kostenplaats op te slaan en een nieuwe kostenplaats aan te maken. Klik op Opslaan & sluiten om de kostenplaats op te slaan en de pop-up te sluiten of klik op Sluiten om te annuleren.
2. Eenheden aanmaken
Via beheer navigeren naar Begrotingscomponent.
Klik bovenaan, in de menubalk, op Beheer. Klik vervolgens, onder het kopje Begrotingscomponent, op Eenheden.
U kunt hier verschillende eenheden aanmaken die u gebruikt in een begroting. Van iedere eenheid ziet u de omschrijving en of de eenheid actief is of niet. Aan de rechterkant zijn kolommen om de eenheden te wijzigen of verwijderen. U kunt een eenheid niet meer verwijderen wanneer de eenheid al gebruikt wordt in studies, de verwijder knop is dan grijs. Vink bij het wijzigen van een eenheid het vakje Actief uit, wanneer u de eenheid niet langer wilt gebruiken. Links onderaan staat de knop om een nieuwe kostenplaats toe te voegen.
Klik op Toevoegen eenheid. Onderstaand scherm verschijnt. Hier vult u de omschrijving in die u aan de eenheid wilt koppelen. Ook vinkt u aan of de eenheid actief en beschikbaar is om te selecteren of niet. Klik op Opslaan & nieuw om de eenheid op te slaan en een nieuwe eenheid aan te maken. Klik op Opslaan & sluiten om de eenheid op te slaan en de pop-up te sluiten of klik op Sluiten om te annuleren.
3. Componenten aanmaken
Via Beheer navigeren naar Begrotingscomponent.
Klik bovenaan, in de menubalk, op Beheer. Klik vervolgens, onder het kopje Begrotingscomponent, op Componenten.
U kunt hier verschillende componenten oftewel standaard begrotingsregels aanmaken die u gebruikt in een begroting. Van ieder component ziet u de omschrijving, de gekoppelde kostenplaats, de gekoppelde eenheid, de prijs per eenheid en of het component actief is of niet. Aan de rechterkant zijn kolommen om de eenheden te wijzigen of verwijderen. U kunt een component niet meer verwijderen wanneer het component al gebruikt wordt in studies, de verwijder knop is dan grijs. Vink bij het wijzigen van een component het vakje Actief uit, wanneer u het component niet langer wilt gebruiken. Links onderaan staat de knop om een nieuw component toe te voegen.
Klik op Toevoegen component. Onderstaand scherm verschijnt. Hier vult u de omschrijving in die u aan het component wilt koppelen. Selecteer de bijbehorende kostenplaats en type eenheid. Vul de prijs per eenheid in. Ook vinkt u aan of het component actief en beschikbaar is om te selecteren of niet. Klik op Opslaan & nieuw om het component op te slaan en een nieuw component aan te maken. Klik op Opslaan & sluiten om het component op te slaan en de pop-up te sluiten of klik op Sluiten om te annuleren.
4. Component Begroting toevoegen aan het studiesjabloon
Via Beheer navigeren naar Sjabloon.
Klik bovenaan, in de menubalk, op Beheer. Klik vervolgens, onder het kopje CTMS (Study management) sjabloon, op Sjabloon.
Nu bevindt u zich op de pagina met het studiesjabloon. Links ziet u de navigatiestructuur met de tabbladen, paragrafen en componenten. Maak desgewenst een tabblad en paragraaf aan of selecteer een bestaand tabblad en paragraaf, waarin u het begrotingscomponent wilt plaatsen.
(In dit voorbeeld is er al een tabblad Begroting toegevoegd, met daarin twee paragrafen, namelijk Studie uitgaven en Studie inkomsten. Per paragraaf is er een begrotingscomponent toegevoegd)
Klik op Component toevoegen en selecteer het component Begroting.
Begrotingscomponent instellen.
Per begrotingscomponent kunt u instellen of dit gebruikt moet worden inkomsten (+/+) of uitgaven (-/-). Ook kunt u per begrotingscomponent instellen welke component/ begrotingsregels er geselecteerd mogen worden. Zo kunt u het tabblad Begroting opbouwen uit meerdere paragrafen, bijvoorbeeld algemene studie kosten, kosten per afdeling etc.
Open het betreffende begrotingscomponent en ga naar het tabblad Specifieke eigenschappen.
Nu ziet u twee kolommen met de eerder aangemaakte componenten/ begrotingsregels.
De componenten die u voor dit begrotingscomponent actief wilt hebben, verplaatst u met behulp van de pijltjes naar de kolom Actieve componenten. Componenten die onder Alle componenten staan, zijn voor dit begrotingscomponent dus niet actief.
Als u klaar bent met het verplaatsen van componenten, klikt u op Opslaan om op te slaan, op Opslaan en sluiten om op te slaan en de pop-up direct te sluiten, of op Sluiten om te annuleren.
U vindt meer informatie over het instellen van de basiseigenschappen, condities of rechten op de support pagina.